Een varende koe?

Noem het een tic of beroepsdeformatie, maar veel museummedewerkers gaan in hun vrije tijd of vakantie op bezoek naar … een museum! Ik dus ook. Deze zomer bivakkeerde ik in een tent ergens in de Franse Jura. Omdat een hete zon, een zwembad, bos, waterval en rotsgebergte ook niet alles is, reisde ik naar Lons-le-Saunier, waar Claude Joseph Rouget de Lisle in 1760 werd geboren. Hij werd bekend als componist en schrijver van de Marseillaise, het Franse volkslied. Lons-le-Saunier is een pittoresk stadje met volgens Wikipedia zo’n 18.000 inwoners. Een tip: ga er niet op een maandag naartoe, want afgezien van wat restaurants, cafés en de VVV is alles er dan gesloten. Alles? Nee, toch niet. Eén museum bleek open te zijn: het Maison de La Vache qui rit. Ik hoor u denken: ‘van die stukjes zachte kaas in mooi zilverpapier in van die ronde doosjes?’ Juist, ja! Het ‘maison’ (de naam museum draagt het niet, maar is het feitelijk wel) is gevestigd in een modern gebouw midden in het stadje precies op de plek waar het ooit allemaal begon met een eenvoudige kaasmakerij.


Nu is daar op 3500 m2 alles gewijd aan de lachende koe en hoe het marketingsucces van dit Franse rund is ontstaan, ontwikkeld en wereldwijd verbreid. Een lied over de lachende koe, een wielerploeg met de naam van de lachende koe in de Tour de France, en nog veel meer reclameobjecten met de lachende koe zorgden en zorgden ervoor dat het dier en dus het product overal ter wereld bekend is. Wist u trouwens hoe het overbekende beeldmerk is ontstaan? Leon Bel, zoon van de grondlegger van het bedrijf, deponeerde in 1921 het gloednieuwe merk La Vache qui rit.


Als beeldmerk koos hij voor de lachende koeienkop, omdat hij en illustrator Benjamin Rabier tijdens de Eerste Wereldoorlog in dezelfde eenheid zaten en het was Benjamin die de voertuigen van hun eenheid had versierd met een … lachende koeienkop! De afbeelding van de koe is de loop van de tijd wel veranderd, maar is nog altijd het vertrouwde beeldmerk van de smeerkaas van de Bel Groep. Overname van diverse andere kaasmerken zorgde ervoor dat het bedrijf almaar groeide. Zo behoren tegenwoordig de merken Leerdammer en Boursin ook tot het Bel imperium.

Als je zoals ik in het Maritiem Museum werkt, zoek je natuurlijk ook naar een aanknopingspunt dat met scheepvaart te maken heeft, zoals een mooi geschilderd zeestuk. En zo’n voorwerp vond ik!
 
 
Er hing een prachtig scheepsmodel van een zeiljacht dat was beschilderd in de bekende rode kleur en versierd met de koeienkop. Ik vroeg mij af of koeien het misschien leuk vinden aan boord van een schip, maar het antwoord op die vraag weten we natuurlijk niet. Wat we wel weten is dat koeien vaak per schip worden vervoerd, aan dek of in speciale boxen.
 
 
In onze museumcollectie bevinden zich heel wat foto’s die daarvan getuigen. Dat is een waarheid als een koe!